Vooruitlopend op de goedkeuring door de Koning en publicatie van de wetten, geeft het ministerie van Financiën een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in de belastingen per 2025.
- De 1e schijf inkomstenbelasting die geldt voor inkomen tot € 38.441 per jaar wordt verlaagd naar 35,82%. De 2e schijf voor het inkomen tussen de € 38.441 en € 76.817 per jaar wordt 37,48%.
- De werkkostenregeling (wkr) wordt verruimd zodat werkgevers hogere onbelaste vergoedingen kunnen geven aan hun werknemers. De 1e schijf van de vrije ruimte gaat in 2025 omhoog van 1,92% naar 2% en in 2027 naar 2,16%.
- Het kabinet heeft de huidige accijnsverlaging op benzine, diesel en LPG met 1 jaar verlengd. Daarnaast wordt er geen inflatiecorrectie op deze accijns toegepast. De accijns per liter blijft € 0,79 voor benzine, € 0,52 voor diesel en € 0,19 voor LPG, net als in 2023 en 2024.
- Voor het bezoeken van een arts, ziekenhuis of apotheek is een vast bedrag van € 0,23 per kilometer aftrekbaar. Reiskosten gemaakt met de taxi of het openbaar vervoer, evenals parkeer- veer- en tolgelden blijven aftrekbaar tegen werkelijk gemaakte kosten. Mensen die door een ernstige ziekte of handicap extra vervoerskosten hebben, mogen daarnaast een vast bedrag van € 925 aftrekken. Door de vaste bedragen is het niet meer nodig om bonnen te bewaren van bijvoorbeeld brandstof of verzekering.
- Vanaf 1 januari 2025 wordt ook een specifieke vrijstelling geïntroduceerd in box 3. Het betreft aanspraken die gedupeerde Groningers en Drentenaren in het aardbevingsgebied kunnen maken op bepaalde herstel- of versterkingsmaatregelen door de overheid. Als de overheid de werkzaamheden aan de aannemer betaalt, hoeven belastingplichtigen deze vordering niet als vermogen op te geven in de aangifte inkomstenbelasting. De vrijstelling geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2023.
- De zelfstandigenaftrek worden volgens eerder besluit verder verlaagd van € 3750 naar € 2470. Daarnaast wordt er vanaf 1 januari 2025 weer volledig gehandhaafd op schijnzelfstandigheid. Organisaties die zzp’ers inhuren voor werk dat zij niet als zelfstandige uitvoeren, kunnen dan met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 naheffingsaanslagen loonheffingen krijgen. De Belastingdienst gaat over het kalenderjaar 2025 nog geen boetes opleggen. Dit geldt voor zowel verzuim- als vergrijpboetes.
- De mkb-winstvrijstelling gaat van 13,31% naar 12,7% en niet naar 12,03% zoals het vorige kabinet had voorgesteld, en het hoge tarief in box 2 gaat van 33% terug naar 31%.
- De earningsstrippingmaatregel wordt vanaf 2025 versoepeld. Vanaf 2025 wordt dit percentage van 20% verhoogd naar 24,5%.
- Wijziging regime vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi)
- Een beleggingsinstelling die aan de eisen van het regime voor de vbi voldoet, is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Vanaf 2025 worden die eisen gewijzigd. Een beleggingsinstelling kan alleen nog voor het vbi-regime in aanmerking komen als het beleggingsinstelling is volgens de Wet op het financieel toezicht. Nu gebruiken veel familiefondsen met een beperkt aantal aandeelhouders het vbi-regime. Met het nieuwe criterium komt het vbi-regime voor deze fondsen te vervallen, waardoor het vbi-regime meer in overeenstemming komt met de oorspronkelijk doelstelling ervan.
- Per 1 januari 2025 wordt de definitie van het fgr aangepast. Het zogenoemde toestemmingsvereiste komt te vervallen. In plaats daarvan wordt aangesloten bij de in de Wet op het financieel toezicht gehanteerde begrippen beleggingsfonds en fonds voor collectieve belegging in effecten. Met dit nieuwe criterium wordt het gebruik van het fgr meer in overeenstemming gebracht met de doelstelling ervan. Tot 1 januari 2025 bestond overgangsrecht waardoor onder voorwaarden belastingheffing als gevolg van de hiervoor beschreven wijziging achterwege blijft.
- Per 1 januari 2025 mag een fiscale beleggingsinstelling (fb)i niet meer direct in Nederlands vastgoed beleggen. Hiermee worden twee heffingslekken in het fbi-regime gedicht. Een fbi kan wel direct in Nederlands vastgoed (blijven) beleggen door middel een regulier belaste dochtervennootschap of direct dan wel indirect in buitenlands vastgoed blijven beleggen. Tot 1 januari 2025 bestond er overgangsrecht om bepaalde ongewenste fiscale gevolgen van deze wetsaanpassing te voorkomen.
- Als de kwijtschelding groter was dan € 1 miljoen kon het voorkomen dat er toch belasting betaald moest worden vanwege de samenloop met de verliesverrekeningsregels. De kwijtscheldingswinstvrijstelling is aangepast zodat dit niet meer voorkomt.
- Vanaf 1 januari kunnen ondernemers die zijn gevestigd in Nederland met de EU-KOR een btw-vrijstelling krijgen voor 1 of meer EU-landen waar zaken worden gedaan. Er wordt geen btw aan klanten in andere EU-landen berekend en er wordt geen btw afgetrokken.
- In 2024 bedraagt de vrijstelling 100% tot en met een goingconcernwaarde van € 1.325.253. Het meerdere boven € 1.325.253 is voor 83% vrijgesteld. Per 1 januari 2025 bedraagt de vrijstelling 100% tot en met een goingconcernwaarde van € 1.500.000 en is het meerdere boven € 1.500.000 voor 75% vrijgesteld.
- Per 1 januari 2025 geldt voor schenkingen niet langer de dienstbetrekkingseis. Ter vervanging wordt een minimumleeftijd ingevoerd. De ontvanger moet bij schenking minimaal 21 jaar oud zijn. Dit geldt ook voor de BOR bij schenking.
- Keuzevermogen kwalificeert voor zover in onderneming gebruikt In 2024 kan een ondernemer ervoor kiezen om de gehele waarde van bedrijfsmiddelen die zowel zakelijk als privé worden gebruikt (een personenauto bijvoorbeeld) in aanmerking te brengen voor de BOR en de DSR ab. Per 1 januari 2025 heeft een ondernemer deze keuze niet langer voor bedrijfsmiddelen met een waarde hoger dan € 100.000. Voor die middelen moet de ondernemer bij toepassing van de BOR en de DSR ab voortaan nagaan in welke mate het middel zakelijk wordt gebruikt. Alleen het zakelijk deel komt nog in aanmerking.
- Per 1 januari 2025 wordt de doelmatigheidsmarge afgeschaft voor de BOR. De doelmatigheidsmarge wordt ook afgeschaft voor de DSR ab op een bij koninklijk besluit te bepalen datum.
- Daarnaast wordt de eerdere versobering van de expatregeling naar een 30-20-10%-regeling anders ingevuld. In plaats daarvan kunnen expats vanaf 2027 5 jaar lang een onbelaste vergoeding van 27% van hun loon ontvangen. Tevens wordt vanaf 2027 de salarisnorm verhoogd.
- Bron: Belangrijkste wijzigingen belastingen 2025, Ministerie van Financien, 18 december 2024
- Bron @Taxence