Businesswoman connected tech devices and icons applications to a digital planet earth

Cryptovaluta definitief in box 3 belast

Ook de Hoge Raad oordeelt dat cryptovaluta als vermogensbestanddelen tot de rendementsgrondslag voor box 3 behoren.

Een vrouw heeft in haar aangifte IB/PVV 2019 cryptovaluta (bitcoins en altcoins) aangegeven als overige bezittingen in box 3. De inspecteur heeft deze cryptovaluta aangemerkt als vermogensbestanddelen die tot de rendementsgrondslag voor box 3 behoren. De vrouw betoogt dat cryptovaluta niet voldoen aan de definitie van vermogensrechten in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Verder zou er geen verplichting van een ander aan de belastingplichtige bestaan, wat vereist zou zijn voor een bezitting in box 3. Hof Amsterdam heeft dit betoog verworpen. Zie ook NTFR 2024/1977 en ‘Hof bevestigt dat cryptovaluta in box 3 zijn belast’. Daarop is de vrouw in cassatie gegaan.

Economische waarde en overdraagbaarheid

De Hoge Raad verwijst naar het hofoordeel dat cryptovaluta economische waarde vertegenwoordigen en overdraagbaar zijn. Men kan cryptovaluta kopen en verkopen en de levering kan plaatsvinden door het verzenden van de ene wallet naar de andere. Deze eigenschappen hebben het hof tot het oordeel gebracht dat cryptovaluta onder de bezittingen in box 3 vallen. De oordelen van het hof geven volgens de Hoge Raad geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Bovendien zijn de hofoordelen verweven met waarderingen van feitelijke aard, waardoor zij niet verder door de Hoge Raad zijn te onderzoeken. Daarom bevestigt de Hoge Raad het hofoordeel en verklaart het cassatieberoep van de vrouw ongegrond.

Bron @Taxence