Rechtbank Noord-Holland vindt dat de rente op een aandeelhouderslening én de doorbelaste financieringskosten in aftrek mogen omdat is voldaan aan de dubbele zakelijkheidstoets van art. 10a Wet Vpb. De inspecteur mag de aftrek niet beperken.
Eiseres is onderdeel van een internationale investeringsonderneming die in 2017 een grote retailketen overneemt. Daartoe vindt een herstructurering plaats waarbij eiseres een aanzienlijke aandeelhouderslening ontvangt van haar Engelse moedermaatschappij. Met deze lening en doorleenconstructie koopt eiseres de aandelen in een Nederlandse werkmaatschappij van de keten. De inspecteur legt een aanslag vpb (2017/2018) op en weigert aftrek van de rente op de aandeelhouderslening en afschrijvingen op doorbelaste financieringskosten, omdat hij vindt dat art. 10a Wet Vpb van toepassing is.
Dubbele zakelijkheid bij aandeelhouderslening
De rechtbank kijkt of de renteaftrek terecht is beperkt door art. 10a Wet Vpb. Er bestaat indirect verband tussen de lening en de aankoop van de Nederlandse werkmaatschappij; het eerste lid is volgens de rechtbank dus van toepassing. Maar eiseres weet aannemelijk te maken dat zowel de lening als de rechtshandeling vooral zakelijk zijn, onder meer omdat ze nagenoeg identiek lopen met een externe lening van haar moedermaatschappij. Ook de manier van structureren is volgens de rechtbank zakelijk bepaald door marktomstandigheden en niet alleen fiscaal ingegeven. Hierdoor is voldaan aan de dubbele zakelijkheidstoets en hoeft de rente niet te worden beperkt.
Doorbelaste financieringskosten zijn aftrekbaar
De inspecteur betwist de aftrekbaarheid van afschrijvingen op bijvoorbeeld RCF fee en legal fees die aandeelhouder 1 Ltd aan eiseres doorbelast. Volgens de rechtbank maken deze kosten direct onderdeel uit van de externe financiering en zijn ze zakelijk verdeeld naar rato van de lening. Ook voor andere rentekosten die in de jaarrekening van de werkmaatschappij zijn opgenomen, geldt dat er geen reden is om de aftrek te weigeren. De inspecteur krijgt ongelijk, ook op het punt van omkering en verzwaring van de bewijslast.
Bron @Taxence