Een bv die een kunstcollectie verkoopt aan haar dochtervennootschap om een boekverlies te realiseren, kan dit verlies niet fiscaal aftrekken als de kunst oorspronkelijk is aangekocht ter bevrediging van persoonlijke behoeften van de dga.
Een bv bezit een kunstcollectie van 82 werken, bestaande uit schilderijen, tekeningen, grafieken, video art en sculpturen, die nagenoeg geheel is aangeschaft tussen 2004 en 2009. De dga heeft tijdens een boekenonderzoek in 2009 aangegeven dat hij uit persoonlijke motieven schilderijen aanschaft uit met name de Cobratijd. De kunst heeft binnen de onderneming geen decoratieve functie en is deels aanwezig in het kantoorgedeelte van zijn woonhuis, de rest in opslag. In december 2017 richt de bv een dochtervennootschap op en verkoopt twee dagen later 43 schilderijen voornamelijk uit de Cobra-periode voor € 759.700 aan deze dochter. Door de verkoop realiseert de bv een boekverlies van € 907.145. De inspecteur weigert dit verlies in aftrek, waartegen de bv beroep aantekent.
Geen zakelijk karakter van uitgaven
Rechtbank Gelderland oordeelt dat uitgaven gedaan door een vennootschap alleen dan geen zakelijk karakter hebben als zij zijn gedaan ter bevrediging van persoonlijke behoeften van de aandeelhouder. De bewijslast ligt bij de inspecteur om dit aannemelijk te maken. De rechtbank stelt vast dat de dga de collectie heeft aangeschaft met name uit de Cobraperiode, waarvoor hij een persoonlijke voorkeur heeft. De kunst vervult geen enkele functie binnen de onderneming. Na 2009 is vrijwel geen nieuwe kunst aangeschaft en heeft de bv geen activiteit verricht ter zake van de collectie. Ook is geen administratie met een overzicht van de waardeontwikkeling bijgehouden.
Selectieve verkoop voor boekverlies
Cruciaal is dat uitsluitend dat deel van de collectie is verkocht waarvan de getaxeerde waarde lager was dan de boekwaarde. De gemachtigde verklaart ter zitting dat alleen dit deel is verkocht om een boekverlies te realiseren. De rechtbank concludeert dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat de kunst is aangekocht ter bevrediging van persoonlijke behoeften van de dga. Het boekverlies op de overgedragen kunst kan daarom niet in aftrek op de winst worden gebracht. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Bron @Taxence