A‑G Wattel: geen verlengde navorderingstermijn bij voldoende aanknopingspunten in Nederlandse administratie
Een Nederlandse bv betaalt in de jaren 2004 tot en met 2007 hoge factoring fees aan een Belgisch groepsbedrijf. De inspecteur corrigeert deze kosten na het verstrijken van de reguliere navorderingstermijn, met een beroep op de verlengde navorderingstermijn van artikel 16(4) AWR. Volgens de inspecteur zijn de kosten onzakelijk hoog en feitelijk verkapte winstuitdelingen aan het Belgische concernonderdeel.
De bv maakt deel uit van een internationaal concern in de tabaksindustrie. Zij brengt de aan het Belgische groepsbedrijf betaalde factoring fees ten laste van haar winst. De inspecteur start in 2015, na publicaties over LuxLeaks, een onderzoek naar de zakelijkheid van deze fees. Hij legt navorderingsaanslagen op voor de jaren 2003 tot en met 2007, omdat de reguliere navorderingstermijn al is verstreken. De inspecteur stelt dat de fees deels verkapte winstuitdelingen zijn en dat de verlengde navorderingstermijn van toepassing is, omdat de relevante winstbestanddelen in het buitenland zouden zijn opgekomen en buiten het zicht van de fiscus zijn gebleven.
Reikwijdte verlengde navorderingstermijn
A‑G Wattel oordeelt dat art. 16(4) AWR ook ziet op negatieve winstbestanddelen, zoals kosten en schulden, mits deze in het buitenland worden gehouden of opkomen. Toch is in deze zaak volgens de A‑G geen sprake van in het buitenland opgekomen winstbestanddelen. De fees zijn immers in Nederland verantwoord, vanaf Nederlandse rekeningen betaald en in de Nederlandse administratie opgenomen. De inspecteur had op basis van de aanwezige documentatie – zoals facturen, contracten en transfer pricing-rapporten – voldoende aanknopingspunten om onderzoek te doen binnen de reguliere termijn.
Geen verlenging bij open administratie
De A‑G benadrukt dat de verlengde navorderingstermijn alleen bedoeld is voor situaties waarin de inspecteur daadwerkelijk geen effectieve controlemogelijkheden heeft, bijvoorbeeld door verhulling of het ontbreken van aanknopingspunten in de administratie. In dit geval is daar geen sprake van: de administratie bevat voldoende informatie om de fees te controleren. Dat de inspecteur pas na LuxLeaks tot onderzoek overging, doet daar niet aan af. De A‑G adviseert de Hoge Raad daarom het cassatieberoep van de staatssecretaris ongegrond te verklaren.
Bron @Taxence #winst #fiscaal #buitenland