Sad young manager holding box with her things while leaving work after talk with boss

Alles over de transitievergoeding

De transitievergoeding werd per 1 juli 2015 ingevoerd als onderdeel van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). De invoering had als doel meer zekerheid te bieden, de ontslagvergoeding transparanter te maken en werkgevers te motiveren om werknemers eerder in dienst te nemen. In 2020 werd de regeling vereenvoudigd, met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB). De uitzonderingen voor medewerkers die korter dan twee jaar in dienst zijn, 50-plussers of personeel dat langer dan tien jaar in dienst is, vervielen toen. Tijd om de balans op te maken.

Het doel van een transitievergoeding is een financiële compensatie bieden voor het verlies van inkomen dat een medewerker bij ontslag ervaart. De eerste twee maanden ontvangt de medewerker 75% van het bruto maandsalaris. In de daaropvolgende periode ontvangt de medewerker 70% van het salaris, zolang er een loongerelateerde uitkering is opgebouwd. De transitievergoeding dient hierbij als een soort schadevergoeding.

De hoogte van de transitievergoeding wordt berekend als een derde van het bruto maandsalaris per gewerkt dienstjaar. Ook eerdere dienstverbanden worden meegerekend als er sprake is van rechtsopvolging. Dit is inclusief vaste emolumenten zoals vakantietoeslag, vaste overwerktoeslag, ploegentoeslag en een eventuele dertiende maand of eindejaarsuitkering.

Algemene informatie
In 2025 is de maximale transitievergoeding € 98.000,-, tenzij het bruto jaarsalaris van de werknemer hoger is, dan geldt het jaarsalaris als maximale vergoeding. De Wet Normering Topinkomens stelt echter wel een bovengrens van € 246.000,- bruto, wat in 2025 van toepassing is. De transitievergoeding moet binnen drie maanden na de laatste werkdag worden betaald.

De transitievergoeding wordt belast als inkomen. Dit betekent dat de vergoeding opgegeven moet worden bij de belastingaangifte en dat er loonbelasting over betaald moet worden.

In sommige gevallen wordt een deel van de opzegtermijn financieel vergoed, en bij de transitievergoeding opgeteld. Voor de medewerker is dit voordelig, omdat er dan langer pensioenpremie wordt afgedragen – op kosten van de werkgever.

Bovendien kan een transitievergoeding – die netto is uitgekeerd – in sommige gevallen worden aangewend voor een pensioenstorting. Dit kan bij de aangifte voor inkomstenbelasting – binnen bepaalde grenzen – als negatief inkomen worden opgegeven. De medewerker kan hierdoor belastinggeld terugkrijgen. 

Recht op transitievergoeding
De transitievergoeding is alleen verschuldigd als de werkgever het initiatief neemt om het dienstverband te beëindigen. In sommige gevallen is een transitievergoeding dan ook niet verplicht.

TABEL Transitievergoeding

Bron @Novak