Reisfaciliteiten met collectiviteitskorting mogen tegen lagere waarde worden belast, maar de concernregeling mag niet beperkt worden toegepast.
Een groep vennootschappen die zich bezighoudt met reizigersvervoer per spoor verstrekt op grond van de cao reisfaciliteiten aan haar (oud-)werknemers en hun gezinsleden. De inspecteur legt naheffingsaanslagen loonheffingen op voor de jaren 2015 tot en met 2019, omdat hij meent dat deze verstrekkingen tegen een hogere waarde moeten worden belast en dat de concernregeling niet mag worden toegepast. In bezwaar worden de aanslagen deels verminderd, waarna partijen in beroep gaan. In geschil is of collectiviteitskorting tot het loon gerekend moet worden en of de concernregeling toegepast kan worden.
Waardering reisfaciliteiten inclusief collectiviteitskorting
De rechtbank Gelderland oordeelt dat de reisfaciliteiten als loon moeten worden aangemerkt, omdat deze onderdeel zijn van het beloningspakket en voortvloeien uit de dienstbetrekking. Bij het bepalen van de waarde van deze branche-eigen producten moet echter worden uitgegaan van de consumentenprijs. Onder de omstandigheden van deze zaak – waarin de vennootschappen verplicht zijn op grote schaal reisfaciliteiten te verstrekken – is het terecht om aansluiting te zoeken bij de collectiviteitskorting die zakelijke afnemers ontvangen. Die korting mag daarom in mindering worden gebracht op de te belasten waarde van het loon in natura.
Geen ruimte om concernregeling beperkt toe te passen
Over de concernregeling oordeelt de rechtbank dat deze alleen geldt als aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan: een 95%-belang tussen inhoudingsplichtigen. Omdat de Staat zowel aandeelhouder als inhoudingsplichtige is, vallen álle staatsdeelnemingen onder het concern. De wet laat geen ruimte om de toepassing van de regeling te beperken tot alleen een deel van het concern, ook niet als dat administratief wenselijk is. Een beroep op doel en strekking of het gelijkheidsbeginsel slaagt niet.
Bron @Taxence