De wet tegenbewijsregeling box 3 biedt belastingplichtigen de mogelijkheid om hun werkelijke rendement aan te tonen. De regeling pakt echter niet voor alle beleggers even gunstig uit, vooral niet voor vastgoedbeleggers. Dit bespreken drs. Nick van Bemmel en mr. Richard Bierlaagh in een focusuitzending van Tax Talks.
De Wet tegenbewijsregeling Box 3 biedt belastingplichtigen de mogelijkheid om hun werkelijke rendement aan te tonen, in plaats van het forfaitaire rendement van 6%. Dit kan gunstig zijn voor beleggers met een laag rendement, zoals beursbeleggers in slechte jaren. Echter, vastgoedbeleggers ondervinden vaak problemen door de hoge kosten en beperkte aftrekposten. De regeling vereist dat het werkelijke rendement per jaar wordt berekend, zonder verliesverrekening tussen jaren.
Vastgoedbeleggers en de tegenbewijsregeling
Vastgoedbeleggers hebben moeite om aan te tonen dat hun werkelijke rendement onder de 6% ligt, vanwege de combinatie van huurinkomsten en waardestijgingen. Bovendien zijn kosten zoals onderhoud en verzekeringen niet aftrekbaar, wat de belastingdruk verhoogt. Er komt wel een mogelijkheid investeringen in vastgoed buiten het werkelijk rendement te houden, maar de tegenbewijsregeling voor vastgoedbezitters is erg complex en administratief bewerkelijk.
Bron @Taxence
