prinsjesdagkoffertje-miljoenennota-kinderopvang-MAMs-Kinderopvang-e1579603632222

Prinsjesdagspecial 2021!

Na het lezen van de troonrede door Koning Willem-Alexander zijn de plannen voor 2022 online gekomen. We hebben een eerste scan gemaakt van het Belastingplan en de andere documenten die bij Prinsjesdag horen. Omdat de plannen nog door de Tweede en Eerste Kamer moeten, kunnen ze worden aangepast.

Eigen woning van partners (inkomstenbelasting)

Als partners samen een woning kopen, kunnen zij te maken krijgen met een beperking van de hypotheekrenteaftrek. Bijvoorbeeld als een van hen eerder een woning heeft verkocht met winst. Of als een van hen een aflossingsvrije hypotheekschuld heeft, die wordt ‘meegenomen’ naar de volgende woning. Er ligt nu een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer waarin de beperking van de hypotheekrenteaftrek in een aantal situaties wordt recht getrokken. Dat is goed nieuws, al blijft de eigen woning in de inkomstenbelasting erg ingewikkeld.

Eigenwoningschenking

Iedere Nederlander kan ruim € 100.000 belastingvrij schenken aan een ander. Degene die de schenking krijgt, de begunstigde, moet dit bedrag in een eigen woning steken. Bijvoorbeeld door er een eigen woning mee te kopen, te verbouwen of af te lossen op de hypotheek. De begunstigde moet op het moment van de schenking in de leeftijdscategorie tussen de 18 en 40 jaar vallen.

Een aantal jaren geleden is deze vrijstelling voor de eigenwoningschenking in het leven geroepen om te bereiken dat (toekomstige) huizenbezitters financieel minder risico lopen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de schenking wordt gebruikt voor een aflossing op de hypotheek; dan heeft de begunstigde daarna een lagere schuld.
Kort geleden is hier onderzoek naar gedaan. Uit het onderzoek blijkt dat degenen die gebruik maken van de vrijstelling het vaak financieel al best goed hebben. Ook kan de vrijstelling voor de eigenwoningschenking onbedoeld vermogensongelijkheid opleveren, bijvoorbeeld tussen starters op de woningmarkt.

In de Prinsjesdag-plannen is geen beperking of afschaffing van deze vrijstelling opgenomen. Mogelijk komt de vrijstelling nog wel ter sprake als het kabinet in gesprek gaat met de Tweede Kamer over de plannen voor de woningmarkt.

Overdrachtsbelasting

Sinds 2021 gelden er nieuwe percentages voor de overdrachtsbelasting:

  • 0% voor starters die een woning kopen om zelf in te gaan wonen, dit geldt voor woningen tot € 400.000,–;
  • 2% voor degenen die een woning kopen om er zelf in te gaan wonen, maar die geen starter (meer) zijn;
  • 8% voor alle overige aankopen, zoals vakantiewoningen en bedrijfspanden.


Stel dat u een woning koopt en u bij het zetten van uw handtekening onder het koopcontract van plan bent om in de woning te gaan wonen. Maar dat dit later verandert. Bijvoorbeeld omdat u een baan krijgt aangeboden in het buitenland. Of omdat u de woning met uw partner samen hebt gekocht en u uit elkaar gaat, waardoor het op het moment dat u bij de notaris komt duidelijk is dat u niet zelf in de woning gaat wonen. In de wet wordt opgenomen dat u bij een ‘onvoorziene omstandigheid’ niet ineens 8% aan overdrachtsbelasting voor de kiezen krijgt (maar 0% of 2%, waarmee u in eerste instantie rekening had gehouden).

Ondernemers

Zoals ook al eerder aangekondigd, wil het kabinet de zelfstandigenaftrek verder verlagen in stappen naar 2036. Dit is nadelig voor ZZP’ers, omdat zij hierdoor meer belasting moeten betalen in box 1. In 2021 is de zelfstandigenaftrek € 6.670, volgend jaar wordt dit € 6.310.

Voor ondernemers die via een B.V. en dergelijke ondernemen wordt voorgesteld dat over een winst tot € 395.000 vennootschapsbelasting moet worden betaald naar het percentage van 15%. Daarboven geldt het percentage van 25%. Nu geldt het lage percentage van 15% alleen voor winsten tot € 245.000. Als een ondernemer de winst wil uitkeren naar privé moet hierover in 2021 26,9% inkomstenbelasting worden betaald. Dit blijft in 2022 hetzelfde.

Aandelenoptieregeling (loonbelasting)


Er komt een nieuwe regeling voor werkgevers die hun medewerkers willen betalen in de vorm van aandelen. Nieuw is kort gezegd dat pas loonbelasting hoeft te worden betaald op het moment dat de werknemer de aandelen mag verkopen aan een ander (zodat er ook geld is om de belasting te betalen). Maar de werknemer mag er ook voor kiezen dat al belasting wordt betaald als hem de aandelen worden toegekend. Met de notaris wordt vastgelegd wat precies de voorwaarden zijn, bijvoorbeeld wanneer en aan wie de werknemer de aandelen mag verkopen.

nieuwe cijfers voor de erf- en schenkbelasting

Voor 2022 zullen er weer nieuwe cijfers komen voor de erf-en schenkbelasting; deze worden namelijk elk jaar geïndexeerd. Dit betekent onder meer dat de vrijgestelde bedragen voor zowel de erf- als de schenkbelasting iets hoger worden. Later dit jaar maken we de nieuwe cijfers via deze nieuwsbrief bekend. In het jaar 2021 geldt dat de jaarlijkse vrijstelling voor een schenking met € 1.000 is verhoogd. Hierover is al bekend dat deze verhoging eenmalig was en niet terugkeert in het jaar 2022.

Heeft u in dit jaar al geschonken? Als u vóór 1 januari 2022 een schenking doet, kan de begunstigde nog profiteren van de vrijstellingen van dit jaar.

Het pakket Belastingplan 2022 bevat ook een wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2022 met de volgende onderdelen:

Aanpassen eigenwoningregeling in partnerschapssituaties en bij overlijden


Met de voorgestelde wetswijzigingen wordt toepassing van de bijleenregeling en de aflossingsstand in partnerschapssituaties rechtvaardiger en worden onbedoelde renteaftrekbeperkingen voorkomen. Verder wordt de eigenwoningregeling in situaties van overlijden eenvoudiger gemaakt en wordt een achterblijvende partner niet onnodig geconfronteerd met het eigenwoningverleden van de overleden fiscale partner.

Verduidelijken berekeningswijze jaarlijkse herijking van rendementspercentages box 3

De opgenomen aanpassing betreft een verduidelijking van de berekeningswijzen voor de herijking van de rendementspercentages in box 3. De wijze van berekening van de procentuele verandering per vermogenscategorie wordt expliciet opgenomen in de wet. Daarnaast is ervoor gekozen om de berekeningswijzen voor alle vermogenscategorieën in formulevorm in de wet op te nemen. Het betreft een technische verduidelijking; de berekeningswijzen zelf wijzigen niet.

Reparatiewetgeving Wet aanpassing box 3

Dit betreft de formeelrechtelijke aanpassing van de Wet IB 2001 met betrekking tot het opleggen van een aanslag inkomstenbelasting voor box 3 bij het bezit van vrijgestelde groene beleggingen en daaraan gekoppeld het vaststellen van een beschikking bedrag groen beleggen en anderzijds de mogelijkheid tot herziening van een tegemoetkoming op het gebied van de inkomensafhankelijke regelingen wegens het alsnog beschikbaar komen of wijzigen van fiscale gegevens.

Maandelijkse gegevenslevering kinderopvangorganisaties

Een van de maatregelen van het verbetertraject kinderopvangtoeslag betreft de invoering van een wettelijke verplichting voor kindercentra en gastouderbureaus om maandelijks uit eigen beweging gegevens te verstrekken over de per ingeschreven kind afgenomen opvang aan de Belastingdienst/Toeslagen. Dit wordt wettelijk vastgelegd.

Delegatiebepaling ondersteuning toeslaggerechtigden

De delegatiebepaling wordt opgenomen om belemmeringen zo veel mogelijk weg te nemen zodat een burger zo eenvoudig mogelijk zijn recht op een toeslag te gelde kan maken of kan voldoen aan een uit de Awir, op die wet berustende bepaling of een inkomensafhankelijke regeling voortvloeiende en op hem rustende verplichting. Voorgesteld wordt middels een delegatiebepaling bij ministeriële regeling regels in te kunnen stellen die belemmeringen wegnemen via het bieden van ondersteuning bij het verwezenlijken van rechten en het nakomen van verplichtingen.

Vereenvoudigen en verduidelijken systematiek S&O-afdrachtvermindering

Ten eerste wordt voorgesteld een aantal wijzigingen door te voeren om de aanvraag-, mededeling- en verrekensystematiek verder te vereenvoudigen. Daarnaast wordt voorgesteld om te verduidelijken dat alleen kosten en uitgaven die aangevraagd zijn en waarvoor een S&O-afdrachtvermindering toegekend is, kunnen worden opgevoerd bij de mededeling.

Verrekenvolgorde bij CFC-maatregel

Bij toepassing van deze aanvullende CFC-maatregel in de vennootschapsbelasting kan de buitenlandse winstbelasting onder voorwaarden worden verrekend. Indien een belastingplichtige meerdere gecontroleerde lichamen (CFC) heeft wordt de te verrekenen buitenlandse belasting per CFC afzonderlijk berekend. De verrekening is gemaximeerd op de in Nederland in een jaar verschuldigde vennootschapsbelasting.

Aanpassen verwerking negatieve btw-melding

Een negatieve btw-melding die door Nederland moet worden afgewikkeld, wordt automatisch aangemerkt als een verzoek om teruggaaf. Daarmee wordt voorkomen dat de niet in Nederland gevestigde ondernemer voor die teruggaaf afzonderlijk een verzoek om teruggaaf zou moeten doen

Verduidelijken Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen in relatie tot gebruik van de weg, de wijze van afschrijving op de waarde van een voertuig en enkele technische aanpassingen

De inschrijving van een motorrijtuig in het kentekenregister wordt geacht gericht te zijn op gebruikmaking van de weg in Nederland. Voorgesteld wordt om in de Wet BPM 1992 op te nemen dat de betaalde bpm wordt teruggegeven voor een motorrijtuig waarvan – in het uitzonderlijke geval en bij nader inzien – op een later moment blijkt dat geen gebruik zal worden gemaakt van de weg. Bijvoorbeeld omdat het motorrijtuig is gesloopt of geëxporteerd voordat het op de weg is gebruikt. Deze regeling is op dit moment uitgewerkt in goedkeurend beleid.

Verduidelijken samenloop nihiltarief en vrijstelling aardgas

Hiermee wordt beoogd de energiebelasting te verduidelijken ter voorkoming van een mogelijk heffingslek. De tekst van de wet wordt meer in lijn gebracht met de oorspronkelijke bedoeling van de wet. Voorgesteld om de vrijstelling niet van toepassing te verklaren als de als aardgas aangemerkte producten worden gebruikt in de inrichting waarin zij zijn ontstaan en het nihiltarief op dat gebruik van toepassing is. Tevens wordt voorgesteld om de vrijstelling niet van toepassing te verklaren als de als aardgas aangemerkte producten worden verbruikt in de inrichting waarin zij zijn ontstaan en de raffinaderijvrijstelling dat verbruik buiten de grondslag van de energiebelasting brengt.

Bron @CCL Notarissen @Taxence @RVO