Staatssecretaris Keijzer heeft samen met brancheorganisaties onderzoek gedaan naar welke ondernemers knelpunten ervaren met de referentiesystematiek van de TVL en daardoor niet of onvoldoende geholpen worden. Keijzer informeert de Kamer uiterlijk half april over een eventuele oplossing hiervoor in de TVL voor het tweede kwartaal van 2021 (TVL Q2).
In totaal hebben 1076 ondernemers gereageerd. Uit het onderzoek blijkt dat circa 70% van hen aangaf geen -of zeer beperkte- referentieomzet te hebben in de referentieperiode. Hieraan liggen verschillende oorzaken ten grondslag, zoals een verbouwing in de referentieperiode, de opstart van het bedrijf of vergunningstrajecten. Hierdoor komen deze ondernemingen niet of beperkt in aanmerking voor de TVL.
Economisch herstelbeleid
Doordat sommige bedrijven geen gebruik kunnen maken van de verschillende steunpakketten, loopt de schuldenberg voor deze bedrijven op en wordt de liquiditeitspositie slechter. Het kabinet komt dit voorjaar met een brief over het economisch herstelbeleid. Hierbij zal ook gekeken worden naar de solvabiliteitspositie van het mkb.
Naast de referentiesystematiek zijn ook andere knelpunten in dit onderzoek naar voren gekomen, die niet de kern van de rapportage zijn, maar hier wel in zijn meegenomen. Het gaat daarbij om problemen met sbi-codes, bijzondere gevallen en ondernemingen die niet aan alle voorwaarden van de regeling (kunnen) voldoen, zoals de vaste lastendrempel of de mkb-toets.
De bijgevoegde rapportage geeft inzicht in de problematiek rondom de referentiesystematiek en de gevolgen die dat kan hebben voor ondernemers. De staatssecretaris informeert de Kamer uiterlijk half april over een eventuele oplossing hiervoor in de TVL voor het tweede kwartaal van 2021 (TVL Q2).
Bron @Taxence