Debt dices on money coin stack staircase step up / Increased liabilities from exemption debt consolidation concept of financial crisis and problems risk business management loan interest

Rente op lening van verbonden nv slechts voor 55% aftrekbaar

Een bv koopt een vennootschap van een verbonden nv. De overnamesom leent zij grotendeels van deze nv. De rente is slechts aftrekbaar voor zover die is belast bij de uiteindelijke gerechtigden.

Twee mannen (A en B) saneren vennootschappen en verkopen ze door. Zij brengen die projecten onder in vennootschappen van B, waaronder Ltd 1 en NV 3. Op 5 november 2001 verkoopt NV 3 alle aandelen in een gesaneerde vennootschap (BV 2) aan BV X. De aandelen BV X zijn voor 90% indirect in handen van Ltd 1. BV X leent 84% van de overnamesom van NV 3. Zij wordt op haar verzoek per 1 januari 2002 voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als de moeder van een fiscale eenheid (fe) met BV 2 en de daaronder hangende bv’s. BV X trekt de rente op de lening af, maar de inspecteur weigert de aftrek. Per 1 januari 2020 eindigt de fe na een verzoek hiertoe.

Renteaftrek terecht geweigerd

Rechtbank Den Haag oordeelde dat BV X met haar (klein)dochters terecht als een fe is aangemerkt (zie NTFR 2022/869). Zij had geen recht op renteaftrek voor de lening van NV 3 omdat de Hoge Raad in een andere (IB-)zaak oordeelde dat de rentekosten moesten worden toegerekend aan de door A en B gedreven onderneming.

Renteaftrek deels mogelijk

Hof Den Haag bevestigt dat er van 2002 tot 2020 sprake was van een fe. BV X heeft in die jaren vpb-aangifte gedaan als moedermaatschappij en zich ook steeds gedragen als de eigenaar van de aandelen in de (klein)dochtermaatschappijen. Er is toch gedeeltelijke renteaftrek mogelijk voor de lening. De genoemde HR-uitspraak heeft namelijk geen gevolgen voor de renteaftrek. Ook de wettelijke regeling voor leningen van verbonden partijen geldt in beginsel niet omdat 10% van BV X in handen is van een derde. Er geldt echter een aftrekbeperking voor zover de rente uiteindelijk niet is belast bij A en B (compenserende heffing). Het hof stelt de aftrek vast op 55%.

Bron @Taxence