Staatssecretaris Van Rij en staatssecretaris De Vries informeren de Tweede Kamer over de stand van zaken bij de invorderingsstrategieën van de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen.
Invorderingsstrategie Belastingdienst
De Belastingdienst wil belastingdeurwaarders proactief inzetten. De Belastingdienst geeft dit vorm door ondernemers in het voortraject van het invorderingsproces persoonlijk te benaderen hen zo mogelijke hulp te bieden bij een oplossing voor hun belastingschuld.
Indicatie aanmaningskosten en dwangbevelkosten
Als verbetermaatregel in de communicatie en dienstverlening werkt de Belastingdienst aan het geven van een indicatie van de aanmaningskosten in de betalingsherinnering en de dwangbevelkosten op de aanmaning.
Betalingsregelingen
De Belastingdienst onderzoekt de mogelijkheden van invoering van een standaard betalingsregeling. Daarnaast verkennen de Belastingdienst en Dienst Toeslagen de mogelijkheden om aan te sluiten bij de Betalingsregeling Rijk.
Kwijtschelding van motorrijtuigenbelasting en aanslagen belasting zware motorrijtuigen
Sinds 2021 is het al mogelijk om een betalingsregeling te krijgen voor de MRB en aanslagen belasting zware motorrijtuigen (BZM). In lijn hiermee worden belastingaanslagen MRB en BZM met ingang van 1 januari 2025 niet langer uitgesloten van kwijtschelding.
‘Schorsende werking’ in bezwaar en beroep bij de fiscale rechter
Met ingang van 1 januari 2027 wijzigt de rechtsbescherming bij geschillen over uitstel van betaling en kwijtschelding. De mogelijkheid van administratief beroep wordt dan vervangen door een bezwaar- en beroepsgang bij de fiscale rechter. Dit maakt ook een aanpassing van het beleid ten aanzien van de schorsende werking gedurende een dergelijke procedure noodzakelijk. De Belastingdienst kiest daarbij voor een coulante houding in de bezwaarfase en meer terughoudendheid, met ruimte voor maatwerk, in de beroepsfase.
Dwanginvorderingsmaatregelen alleen als uiterst middel
De Belastingdienst heeft onderzoek gedaan naar de inzet van dwanginvorderingsmaatregelen en de afweging die daarbij gemaakt wordt, bezien vanuit zowel het belang van de burger, als het belang van de Belastingdienst. Uit dit onderzoek blijkt dat de Belastingdienst (op grote lijnen) handelt conform het uitgangspunt dwanginvorderingsmaatregelen alleen als uiterst middel uit de invorderingsstrategie.
Toeslagen
Momenteel biedt Dienst Toeslagen per terugvordering een betalingsregeling aan. Dienst Toeslagen werkt op dit moment aan persoonsgerichte betalingsregelingen. Als een burger meerdere terugvorderingen heeft, wil Dienst Toeslagen daarvoor één gebundelde betalingsregeling aanbieden.
Verbetermaatregelen
Betaalpauze
Voor belastingschulden bestaat de mogelijkheid om Kort Telefonisch Uitstel (KTU) van maximaal 4 maanden aan te vragen. Als het KTU wordt gevolgd door een reguliere betalingsregeling dan wordt de duur van die betalingsregeling verminderd met de periode van het KTU. De Belastingdienst wil op termijn de bestaande mogelijkheid van KTU aanpassen en verruimen, waardoor in meer gevallen meer maatwerk kan worden geboden aan burgers die tijd nodig hebben om financieel orde op zaken te stellen of de benodigde (schuld)hulp te zoeken.
Invorderingsrente
De Belastingdienst en Dienst Toeslagen willen meer inzicht bieden in de belopen invorderingsrente via het Overzicht ontvangen en betalen. Daarnaast wordt het wenselijk geacht om inzicht te bieden in de belopen invorderingsrente op de beschikking en de geschatte invorderingsrente mee te nemen in de maandelijkse aflossingstermijn van een betalingsregeling. Deze maatregelen worden nader uitgewerkt.
Onderzoek berekening betalingscapaciteit
De Belastingdienst en Dienst Toeslagen hebben in hun invorderingsstrategieën opgenomen dat zij de berekeningswijze van de betalingscapaciteit willen evalueren en waar nodig herzien, zodat de uitkomsten daarvan beter aansluiten bij de reële financiële situatie van burgers.
Herijking van de Invorderingswet 1990 Deze wet biedt in principe voldoende ruimte biedt om rekening te houden met de omstandigheden van burgers. Alleen bij de bekendmaking van belastingaanslagen – geregeld in artikel 8 van de IW 1990 – is dat niet altijd het geval.
Bron @Taxence