Een werknemer heeft soms tijdens de vakantieperiode ook te maken met een bijtelling vanwege privégebruik van de auto van de zaak. Werkgevers en werknemers proberen vaak de bijtelling voor de auto van de zaak tijdens de vakantieperiode te beperken.
De volgende situaties komen vaak voor:
- Tijdelijk twee auto’s tijdens de vakantieperiode;
- Vervangende auto tijdens de vakantieperiode;
- Alleen auto voor de vakantie;
- Verhuur auto door werkgever tijdens de vakantie;
- Inleveren auto bij de werkgever tijdens de vakantie.
Tijdelijk twee auto’s tijdens de vakantieperiode
Als een werkgever zijn werknemer tijdens de vakantieperiode twee auto’s ter beschikking stelt, moet de werkgever het privégebruik per auto beoordelen. Zodra het aantal (omgerekende) kilometers per jaar boven de 500 uitkomt, moet de werkgever de bijtelling van de desbetreffende auto toepassen. Een redelijke wetstoepassing leidt tot bijtelling van slechts één auto als de werknemer alleenstaand is, of als enige in zijn gezin een rijbewijs heeft. In dat geval geldt dat de werkgever de bijtelling moet berekenen over de auto met de hoogste cataloguswaarde. Per 1 januari 2022 verandert deze regeling. Dan geldt niet langer de hoogste cataloguswaarde, maar de auto met de hoogste bijtelling. Hebben in het gezin van de werknemer twee mensen een rijbewijs, dan berekent de werkgever de bijtelling over de twee auto’s met de hoogste cataloguswaarde.
Vervangende auto tijdens de vakantieperiode
Een werknemer krijgt een bijtelling voor privégebruik van de auto van de zaak, als hij in een jaar meer dan 500 km privé rijdt. Heeft een werknemer de auto gedurende een kortere periode dan een jaar, dan moet het aantal kilometers worden herrekend naar kilometers op jaarbasis. Bij meer dan 500 km opvolgend privégebruik van auto’s moet de werkgever de bijtelling per periode per auto bepalen.
Alleen auto voor de vakantie
De werknemer die alleen een auto krijgt tijdens de vakantie, kan ook te maken krijgen met een bijtelling. Voor die werknemer geldt namelijk dat het aantal privékilometers per periode moeten worden omgerekend naar privékilometers op jaarbasis. Komen die kilometers boven de 500 km uit? Dan moet de werkgever bij de werknemer een bijtelling tijdsgelang toepassen.
Verhuur auto door werkgever tijdens de vakantie
De Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA) en de Belastingdienst hebben uitvoeringsafspraken gemaakt over het tijdelijk gebruik van vervangende leaseauto’s. In dat geval geldt dat geen bijtelling hoeft plaats te vinden voor de hoofdauto. De voorwaarden zijn:
- De leasemaatschappij komt met de werkgever overeen dat de werkgever de leaseauto die hij aan een werknemer ter beschikking heeft gesteld (hierna: hoofdauto) mag vervangen door een tijdelijk vervangend leasevoertuig (hierna: TVL).
- In de periode dat een TVL de hoofdauto vervangt, staat de hoofdauto niet ter beschikking aan de desbetreffende werknemer. Werkgever en werknemer komen dit niet-ter-beschikking staan per tijdelijke vervanging schriftelijk overeen. De werknemer dient de hoofdauto, de papieren en de middelen voor toegang tot en gebruik van de auto voor de vervangingsperiode bij de werkgever of de leasemaatschappij in te leveren.
- De in het vorige onderdeel bedoelde overeenkomst maakt deel uit van de loonadministratie en zal binnen de aangifteperiode van het desbetreffende loontijdvak worden opgemaakt. Deze overeenkomst bevat alle elementen aan de hand waarvan de bijtelling van het TVL kan worden berekend (catalogusprijs, datum eerste toelating en CO2-uitstoot), de exacte periode van vervanging en het kenteken van de hoofdauto. Bij een andere vervangende voertuigsoort dan een auto wordt de waarde in het economische verkeer van het privégebruik in aanmerking genomen.
- De leasemaatschappij waarborgt dat het opgegeven TVL in de vervangingsperiode daadwerkelijk op marktconforme voorwaarden door de werkgever is gehuurd/geleased.
- Per vervanging kan de werknemer van een ander TVL gebruikmaken.
- Er is geen fiscale bijtelling voor de hoofdauto als die auto aantoonbaar is vervangen door een TVL waarvoor de werkgever de fiscale bijtelling toepast.
- Dat de hoofdauto is vervangen blijkt uit de schriftelijke overeenkomst die de werkgever en de werknemer per vervanging sluiten.
- In de periode waarin de hoofdauto niet ter beschikking staat, geldt de bijtelling berekend op basis van het TVL.
Voorleggen aan Belastingdienst
Leaset een werkgever auto’s die bij meerdere werknemers in gebruik zijn, dan kan de werkgever ook van een uitvoeringsafspraak gebruikmaken, zie: Uitvoeringsafspraak Privégebruik Deelauto. Indien gewenst kan een werkgever contact opnemen met Belastingdienst Team auto/PGA, Postbus 9001, 6800 DB Arnhem om zekerheid te krijgen of bij verhuur van een auto een bijtelling geldt of niet.
Bijzondere positie dga’s
In aan de rechter voorgelegde verhuursituaties bij dga’s met hun bv blijkt echter dat een bijtelling eerder regel dan uitzondering is. Zie onder meer Hof Arnhem-Leeuwarden 9 april 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3102 en Hof Den Haag 9 april 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:810. Opmerkelijk is dat de dga uit de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden de betaalde huur in aftrek kon brengen op de bijtelling. De dga uit de uitspraak van Hof Den Haag kon dat niet.
Inleveren auto bij de werkgever tijdens de vakantie
Een werknemer kan gedurende de vakantieperiode de autosleutels bij zijn werkgever inleveren. Dan moet de werkgever vaststellen of de auto de werknemer nog ter beschikking staat. Als de werknemer de auto bijvoorbeeld achter een gesloten hek heeft gestald bij de werkgever, de autopapieren en sleutels bij de werkgever heeft ingeleverd, dan staat de auto de werknemer niet meer ter beschikking. Van belang is wel dat de werknemer de auto tijdens de vakantieperiode daadwerkelijk niet kan gebruiken.
Bron @Taxence
