812

Woon-werkverkeer ambulante werknemer telt ook mee voor btw

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de kilometers woon-werkverkeer van de woning van de ambulante werknemers naar het kantoor van de werkgever en terug ook privégebruik vormen. Deze kilometers tellen dus mee voor het bepalen van het werkelijke privégebruik van de auto’s.

Correctie voor privégebruik

Zodra een btw-ondernemer een goed of dienst waarover hij btw heeft afgetrokken mede gebruikt voor privédoeleinden, moet hij een btw-correctie toepassen. Een ondernemer heeft immers slechts recht op aftrek van voorbelasting voor zover hij een afgenomen goed of dienst gebruikt voor belaste prestaties. Dit is in principe niet anders in het geval van privégebruik van een auto van de zaak. Daarbij is nog van belang dat in de omzetbelasting het begrip privégebruik ruimer is dan in de winstbelasting of loonbelasting. Neem bijvoorbeeld het gebruik van de auto voor woon-werkverkeer van een werknemer. Voor de winstbelasting en loonbelasting is dit zakelijk gebruik, terwijl het voor de omzetbelasting als privégebruik telt.

Hoofdregel voor btw-correctie

De hoofdregel is dat de ondernemer bij het ontvangen van de factuur van de auto een inschatting maakt van de verwachte verhouding van het gebruik voor btw-belaste en andere prestaties. Aan de hand van deze verhouding berekent de ondernemer hoeveel hij kan aftrekken. Op bepaalde herzieningsmomenten vindt eventueel een verdere btw-correctie plaats. Zie voor de herzieningsregels: ‘Berekening aftrek voorbelasting bij gemengd gebruik’.

Terbeschikkingstelling aan personeel

Verder is van belang dat de terbeschikkingstelling van een bedrijfsmiddel zoals een auto aan personeel voor privédoeleinden telt als een btw-belaste dienst. Tenminste, als de btw over dat goed (gedeeltelijk) is afgetrokken. Hetzelfde geldt overigens ook als de ondernemer een auto van de zaak gebruikt voor privédoeleinden.

Verboden koppeling met loonheffing

Het berekenen van de verschuldigde btw in het geval van privégebruik van de auto van de zaak is erg lastig als de ondernemer geen rittenregistratie bijhoudt. Een tijd lang mochten ondernemers daarom de btw-correctie voor het privégebruik baseren op de bijtelling voor het privégebruik. Maar daardoor werd de btw-correctie mede afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Dat was in strijd met het Unierecht. Daarom is op 1 juli 2011 de wet- en regelgeving gewijzigd.

Huidige forfait

Onder de huidige regeling mag een ondernemer het volgende doen als uit zijn administratie niet blijkt in welke mate de auto voor privédoeleinden is gebruikt en/of welke kosten daaraan zijn toe te rekenen. Ten eerste mag de ondernemer alle btw op de gemaakte autokosten aftrekken. Daartegenover staat dat hij de btw vanwege het privégebruik van de auto stelt op 2,7% van de catalogusprijs inclusief btw en BPM. Dit percentage wordt eventueel naar tijdsgelang berekend. De ondernemer moet deze btw eenmaal per jaar voldoen. In beginsel gebeurt dat in het laatste belastingtijdvak van het jaar.

Lager forfait

In bepaal de situaties mag de ondernemer een lager forfait toepassen van 1,5% van de cataloguswaarde inclusief btw en BPM. Dit is onder meer het geval als:

  • de ondernemer de auto heeft gekocht zonder dat hij daarbij btw kon aftrekken. Het moet wel gaan om een auto die hij onder andere gebruikt voor zakelijke doeleinden;
  • de btw ziet op een jaar na het vierde jaar na het jaar van ingebruikname van de auto.

Gebruik door ambulante werknemers

In een zaak voor Rechtbank Gelderland stelde een fiscale eenheid (FE) voor de omzetbelasting dat het woon-werkverkeer voor ambulante medewerkers in alle gevallen geen privégebruik vormt. In dat geval moet dus een btw-correctie buiten beschouwing blijven. Maar de rechtbank wijst dit standpunt af. De kilometers woon-werkverkeer van de woning van de ambulante werknemers naar het kantoor van de werkgever (en terug) tellen mee voor het bepalen van het werkelijke privégebruik van de auto’s.

Wet: art. 4, tweede lid, onderdeel a en 15, eerste en vierde lid Wet OB 1968

Besluit: besluit van 11 juli 2012, BLKB2012/639M

Bron: Rechtbank Gelderland 9 april 2020 (gepubliceerd 16 april 2020), ECLI:NL:RBGEL:2020:2229, AWB 18/1045

Bron @Taxence