Hand presenting model house for home loan campaign

WOZ-waarde woning verlaagd wegens onvoldoende onderbouwing gebruiksoppervlakte

De rechtbank verlaagt de WOZ-waarde van een woning omdat de heffingsambtenaar niet overtuigend aantoont van welk gebruiksoppervlakte hij is uitgegaan. Dit leidt ertoe dat ook de WOZ-waarde niet aannemelijk is.

Een vrouw is mede-eigenaar van een vrijstaande woning waarop de heffingsambtenaar de WOZ-waarde per waardepeildatum 1 januari 2023 vaststelt op € 618.000. Omdat zij van mening is dat de waarde te hoog is vastgesteld, maakt zij bezwaar, vooral vanwege discussie over de juiste gebruiksoppervlakte van de woning. In het proces worden verschillende gebruiksoppervlaktes gehanteerd: 446m2, 339m2, 293m2 en uiteindelijk stelt de vrouw dat deze 269m2 bedraagt. Ondanks overleg tussen partijen en nieuw inmeten door de heffingsambtenaar (zonder onderliggende stukken te overleggen), blijft de vrouw bij haar standpunt. Het geschil draait om de juiste gebruiksoppervlakte als uitgangspunt voor de WOZ-waarde.

Onderbouwing gebruiksoppervlakte schiet tekort

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar onvoldoende inzichtelijk en onderbouwd aangeeft hoe de gebruiksoppervlakte is vastgesteld. Nu cruciale stukken als bouwtekeningen en meetrapporten ontbreken, is de onderbouwing van 293m2 niet meer dan een blote stelling. Vanwege de bepalende rol van gebruiksoppervlakte voor de WOZ-waarde vindt de rechtbank dat ook de door de heffingsambtenaar aangehouden waarde niet aannemelijk is.

WOZ-waarde schattenderwijs vastgesteld

De rechtbank kijkt vervolgens naar de waardebepaling van de vrouw, die haar standpunt baseert op voorgaande jaren plus indexatie. Die methode voldoet volgens de rechtbank echter niet aan de WOZ-systematiek, die gebaseerd moet zijn op verkooptransacties van vergelijkbare woningen. Omdat beide partijen niet slagen in hun bewijslast, stelt de rechtbank de WOZ-waarde van de woning schattenderwijs vast op € 530.000.

Bron @Taxence