Tijdens de focusuitzending van december 2024 van Tax Talks heeft mr. Bas Sonneveldt enkele belangrijke regels en uitzonderingen voor intracommunautaire prestaties binnen de btw besproken.
Voor de btw is het onderscheid tussen goederen en diensten cruciaal. Dit onderscheid is belangrijk voor de verschillende tarieven en vrijstellingen die van toepassing zijn. De plaats van prestatie is een centraal begrip dat bepaalt waar de btw verschuldigd is.
Plaats van dienst
Voor de plaats van dienst geldt de hoofdregel dat bij B2B (Business to Business) de plaats van dienst is daar waar de afnemer is gevestigd. Bij B2C (Business to Consumer) is de plaats van dienst daar waar de dienstverlener is gevestigd. Er zijn echter uitzonderingen voor specifieke diensten zoals evenementen, onroerende zaken en personenvervoer. Die diensten kennen afwijkende regels.
Vaste inrichting
De vaste inrichting voor de btw wordt bepaald op basis van waar de voornaamste beslissingen worden genomen. Een vaste inrichting voor btw kan verschillen van die voor vennootschapsbelasting en heeft invloed op de plaats van dienst en de btw-allocatie.
Verleggingsregeling
De verleggingsregeling is van toepassing wanneer een dienstverlener niet in het land van de afnemer is gevestigd. Hierbij wordt de btw-heffing verlegd naar de afnemer. Er zijn verschillen tussen landen in de breedte van de verleggingsregeling. Dat is belangrijk om in de gaten te houden.
Diensten verricht aan consumenten
Voor Business to Consumer (B2C) diensten gelden andere regels dan voor B2B-diensten. Elektronische diensten vallen onder de One Stop Shop-regeling voor btw-aangifte in de EU. Die diensten zijn belast waar de afnemer woont of is gevestigd.
Tijdens de focusuitzending belicht mr. Bas Sonneveldt de verschillende aspecten van grensoverschrijdende dienstverlening. Daarbij komen onder meer aan bod de vaste inrichting en de verleggingsregeling.
Bron @Taxence