Minister De Jonge vindt dat investeren in huurwoningen interessant moet blijven. Daarom bevat het wetsvoorstel betaalbare huur verschillende elementen om dit mogelijk te maken. Dit antwoordt de minister op Kamervragen over het bericht ‘Rendement particuliere verhuurders onder druk’.
In het artikel worden de gevolgen van de recent ingevoerde en aangekondigde beleidsmaatregelen, en de gestegen rente op het toekomstig rendement van een specifieke subset particuliere verhuurders onderzocht. Volgens de onderzoekers is het aannemelijk dat de stapeling van (aangekondigde) beleidsmaatregelen en de gestegen rente de investeringsbeslissing van voornamelijk nieuwe verhuurders sterk negatief beïnvloedt. Maar De Jonge antwoordt dat op basis van het artikel geen algemene uitspraken kunnen worden gedaan over in hoeverre het rendement daalt als gevolg van marktomstandigheden en beleidsmaatregelen.
Wetsvoorstel betaalbaar huren
Volgens De Jonge bevat het wetsvoorstel betaalbare huur verschillende elementen om te zorgen dat investeren in huurwoningen interessant blijft. Ten eerste kan er voor nieuwbouwprojecten een tijdelijke opslag van 10% worden gevraagd. Ten tweede wordt het woningwaarderingsstelsel (WWS) aangepast zodat kwaliteit beter wordt gewaardeerd (zwaarder wegen energie labels, beter waarderen gemeenschappelijke buitenruimte). Ten derde kunnen woningen, zodra zij te maken krijgen met de WOZ-cap, maximaal terugvallen naar de bovengrens van de regulering, namelijk 186 punten. Ten slotte kunnen verhuurders voor de maximale huurprijsstijging uitgaan van CAO + 0,5%. Het wetsvoorstel betaalbare huur wil de minister op korte termijn aan de Kamer sturen, zodat de inwerkingtreding per 1 juli 2024 kan plaatsvinden.
Bropn @Taxence